Hulpdiensten voor laten gaan
Hoe zit dat nou?Tijdens een rijles zal het vast wel eens gebeuren. In je achteruitkijkspiegel zie je in de verte blauwe zwaailichten naderen die steeds dichterbij komen. Je focust je op de weg en het verkeer voor je, maar houdt toch het voertuig met blauwe zwaailichten in je achteruitkijkspiegel in de gaten. Je checkt of er rechts van je auto ruimte vrij is, geeft met je knipperlicht aan dat je naar rechts uitwijkt en geeft aan de linkerkant van de auto genoeg ruimte zodat het voertuig met de blauwe zwaailichten kan passeren.
Dit soort situaties kan bij menig (beginnend) automobilist voor de nodige stress zorgen. Wanneer je aan het rijlessen bent, zal de rijinstructeur je rustig uitleggen wat je in die situatie het best kan doen. Dat is fijn omdat je wellicht nog geen ervaring hebt met deze situatie. De meeste automobilisten die al jaren achter het stuur zitten, hebben ook geen idee wat ze moeten doen als er een hulpdienst aankomt. En dat kan voor gevaarlijke situaties op de weg zorgen. Automobilisten weten wel dat ze moeten uitwijken bij blauwe zwaailichten, maar niet hoe.
Blauwe en gele zwaailichten
Wanneer een hulpdienst, zoals brandweer, ambulance of politie, blauwe zwaailichten én sirenes voert, dan moet je dit voertuig voorrang verlenen. Nadert een voertuig met blauwe zwaailichten zonder sirene? Dan is voorrang geven niet verplicht, maar de zwaailichten staan niet voor niets aan. Er is haast en de hulpdienst wil erlangs. Geef daarom ook voorrang.
Naast blauwe zwaailichten zijn er ook gele zwaailichten. Deze gele zwaailichten mogen alleen gebruikt worden om weggebruikers op een bijzondere of gevaarlijke situatie te wijzen. Denk hierbij aan het wegtakelen van een auto met pech. Gele zwaailichten worden ook door strooiwagens en vrachtwagens met een uitzonderlijk grote lading gebruikt. Je hoeft voertuigen met gele zwaailichten geen voorrang te geven, maar het is wel belangrijk dat je in deze situaties extra oplet.
Uitwijken bij blauwe zwaailichten
Wanneer een hulpdienst met blauwe zwaailichten en sirenes nadert, is het belangrijk om ten alle tijden kalm te blijven en goed op de weg te letten. Kijk of er rechts ruimte is en geef met je knipperlicht aan dat je naar rechts uitwijkt. De hulpdienst zal je dan links inhalen. Mocht je in de file staan op de snelweg, blijf dan op je eigen rijbaan. De hulpdienst zal je dan over de vluchtstrook inhalen. Is er geen vluchtstrook vrij? Ga dan aan de buitenkant van je rijstrook rijden zodat de hulpdienst door het midden kan.
Gelukkig kijken hulpdiensten ook altijd mee met de verkeerssituatie en zoeken zelf naar een opening om in te halen. Is er geen veilige mogelijkheid? Dan zal de hulpdienst achter je blijven rijden. Raak op dat moment niet in de stress, maar blijf rustig en op de weg letten. De hulpdienst zoekt dan zelf een eerstvolgende veilige mogelijkheid.